1965	geboren in Esslingen a.N. Duitsland
1984	Internationale Sommerakademie Salzburg Oostenrijk
1985	FU Berlijn Muziekwetenschappen
1988	Hogeschool der Kunsten Berlijn Fachbereich 11
1990	afgestudeerd creatief therapeute beeldende vorming
1991	leerjaar Goldschmiede Winsauer Überlingen Duitsland
1994	diploma Hogeschool der Kunsten Arnhem Autonome Kunst
1995	huisproject Zutphen
1998	oprichting Pantau

SLUITEN

Als ik naga waar mijn beeldend verhaal en voorliefde voor bepaalde materiaaleigenschappen vandaan komen, kom ik uit bij de "waterplas". Ik ben nog heel jong en hoe ik een waterplas beleefd heb, heeft veel te maken met nu.
In het spel viel veel te ontdekken: iets in de plas gooien en kijken, nogmaals herhalen en kijken, kijken wat er gebeurt wanneer ik wat ik doe, sneller, krachtiger, stiller, van grotere afstand doe en weer kijken. Hoe spettert het water, hoe ontstaan de wolkachtige vormen van het fijne slik, hoe voelt de slik aan wanneer je hem op de huid smeert, wanneer die droogt op de huid en hoe verzacht de slik alle scherpe hoeken op de bodem van de plas onder een zachte slikdeken... dan het spel met de spiegeling met of zonder mij, op een gladde waterspiegel of een rimpelig oppervlak. Misschien was het meest boeiende aan plassen dat ze ontstaan en verdwijnen en altijd een andere vorm aannemen.
Buiten was er geen verveling, er was altijd iets te zien. Overal was materiaal: aarde, takken, stammen, afval, sneeuw, gras, steentjes. Dit vormde mijn wereld en die was me genoeg. En als het materiaal niet genoeg was, was er altijd nog de omliggende ruimte. De plas was ook de kuil in de weg, met de step buitengewoon uitdagend. De weg steeg en daalde, garantie voor snelheid en spanning.
Deze manier van in of met de me omgevende wereld zijn, kenmerkt tot op heden mijn werkwijze in het atelier. Het experimenteren met materiaal is nog steeds kijken wat er gebeurt als ik dit of dat doe. Ervaring maakt het experiment gerichter. Als kind kon veranderlijkheid vervelend zijn als iets heel erg leuk was. Veranderlijkheid was ook onderhoudend. Nu laat veranderlijkheid me instabiliteit, vergankelijkheid en een verbondenheid met alles ervaren.

SLUITEN

In mijn beeldend werk was ik altijd al gefascineerd door gelaagdheid, transparantie en wat er met een oppervlak gebeurt als er licht op of doorheen schijnt.
Licht maakt alles veranderlijk. Zelfs hele vaste materialen kunnen een instabiele karakter krijgen.
Licht maakt dat iets voor ons oog kan verschijnen of verdwijnen.
Ik experimenteerde veel met het doorschijnend maken van papier of stof. Wanneer een oppervlak doorschijnend is, wordt men een wereld erachter of eronder gewaar. Er opent zich een ruimte die minder helder en concreet herkenbaar is. Zo wordt er een ruimte van het ongewisse gecreeërd. Dat gegeven fascineert mij tot op heden.
De ervaringen met (semi-)transparante materialen paste ik toe in lampen, lichtsculpturen en ruimtelijk werk. De toepassing van doorschijnende vormen in lampen en lichtsculpturen is begonnen in mijn eigen woonhuis dat na een periode van opknappen aan licht toe was.
Vanuit opdrachten op diverse locaties ontwikkelde ik een grote diversiteit aan lampen: lampen boven een tafel, onder een stukornament aan het plafond, staande lampen, liggende lampen, zwevende lampen, lampen als aankleding voor een vergaderruimte, eetzaal of wachtruimte. Elke lamp is een sfeervol kunstwerk dat communiceert met de mensen die verblijven in die specifieke ruimte. Zo veranderen de lampen in lichtsculpturen en wordt het licht, vergelijkbaar met kleur, een vormgevingsaspect.

SLUITEN

Suche ich die Spuren meiner Künstlerischen Arbeit und folge dabei einer Spur in meiner Erinnerung, dann stehe ich vor einer Pfütze. Was ich da erlebe reicht sehr weit ins Jetzt hinein.
Als Kind habe ich die Erfahrung zum Glück nicht auseinandergepflückt; da war entdecken im Spiel, etwas tun mit der Pfütze und gucken, wiederholen und gucken, gucken, was passiert bei einer kleinen Veränderung: etwas grösser, schneller, schwerer oder stiller, kleiner usw.
Wie spritzt das Wasser, wie entstehen die Wolkenformen vom feinen Sand der aufwirbelt, wie fühlt sich der feine Schlick auf der Haut an, nass, wenn er trocknet und getrocknet ist, und wie legt sich der Schlick auf die kantige Oberfläche der Steine, die auf dem Grund der Pfütze liegen, um nur mal Einiges zu nennen. Und das vielleicht Erfreulichste an Pfützen ist, dass sie entstehen und vergehen. immer eine andere Form haben, ein anderes Spiegelbild mal mit, mal ohne mir. Das ist eine Spur, die sehr karakteristisch ist. Wenn ich draussen war, gab es eigentlich nichts, das langweilig war, denn es gab immer was zum anschauen und überall lag Material herum und Material war das, was da war: die Erde unterm Pflaumenbaum, die sehr klebrig war, der Schnee, Äste, Gräser, "Abfall" ,vielleicht lag auch noch mehr herum. Wenn ich mit einem Material zusammen war, dann war das meine Welt und das war mir lange Zeit genug.
Das Entdecken ging natürlich weiter, die Pfütze im Weg war auch die Kuhle, die mit dem Roller und Geschwindigkeit äusserst interessant war und der Weg hatte Gefälle und das Gefälle sorgte für Tempo und Nervenkitzel. Diese Haltung "mal gucken was ist, wenn...." macht vieles interessant.
Dieses für mich sein mit der Welt um mich herum, kenne ich bis heute in meiner Arbeitsweise im Atelier.

SCHLIESSEN

Was geschieht mit einer Oberfläche, wenn Licht darauf- oder hindurchscheint?
Licht macht alles veränderlich, und sei es noch so fixiert, statisch, fest oder konserviert.
Licht bedingt, daβ etwas unserem Auge sichtbar wird.
Transparenz, Semitransparenz und Schichtung sind seit jeher zentral in meinem bildnerischen Tun, und so experimentiere ich, um Material durchscheinend, lichtdurchlässig zu machen, um die geschlossene, dichte Oberfläche zu öffnen.
Wenn ein Material lichtdurchlässig ist, erschlieβt sich dem Betrachter eine Welt hinter oder unter der Oberfläche. Ein Raum öffnet sich, den ich nicht klar erkennen kann, ein faszinierender Raum der Ungewiβheit. Jener Zwischenraum, in dem meine Wahrnehmung ins Ungeklärte schaut. Das Öffnen der Oberfläche führt zu einem Eindruck von Räumlichkeit.

Auch in der plastischen Arbeit verwende ich die so gewonnenen Kenntnisse der (semi-) transparenten Materialien: es sind groβe durchscheinende, organische Formen entstanden.

Dann auch führte die Notwendigkeit von Licht in meinem renovierten Wohn- und Atelierhaus dazu, daβ ich diese transparenten Formen als Lampen gebrauchte. Schnell kam es zu Anfragen nach Lichtobjekten für diverse Räumlichkeiten.
Die Form entstehen zu lassen im Zusammenspiel mit Funktion, Vorstellungen des Auftraggebers und den räumlichen Gegebenheiten, ist bis heute ein faszinierender Prozeβ. Letztendlich sind es Skulpturen, die von Leichtigkeit, Eleganz und Poesie erzählen, und in denen Licht als Gestaltungselement wirkt.

SCHLIESSEN